Je kunt je vingers op allerlei manieren trainen. Hier zie je een hand steeds 1 toets opschuiven.
Het kan heel leuk zijn om mee te spelen met de clip, maar vaak is dat heel moeilijk. Veel muziek gaat sneller dan je zou denken. En, soms klinkt het heel vals als je probeert mee te spelen met de clip. Dat komt hierdoor.
Meestal kun je een liedje niet in één keer meteen goed spelen. Je kunt het best beginnen een deel van het liedje wat uit te proberen. Je moet eerst goed weten wat er staat voordat je een liedje echt lekker kan spelen.
Soms is de notenbalk net te klein om een noot op te schrijven, bijvoorbeeld bij de centrale C. We gebruiken dan een hulplijntje. Dat is eigenlijk een heel korte uitbreiding van de notenbalk met een 6e lijntje of zelfs 7e lijntje.
Hier zie je een overzicht van alle witte toetsen in de vioolsleutel. Het zijn er heel wat!
Soms heb je zwarte toetsen nodig in een melodie. Zwarte toetsen kun je herkenen aan een speciaal tekentje voor de noot. Je ziet dan een ♯ of een ♭ voor de noot staan.
In muziektaal heet dit teken ♯ een kruis. Het lijkt op een hashtag, maar ziet er toch net iets anders uit.
Hieronder staan alle zwarte toetsen uit het 1-gestreept oktaaf (het lage oktaaf). Je ziet dat er steeds een kruis voor elk noot staat en dat er ‘is’ achter de naam van de witte toets komt, net als bij de F.
Je hebt het woord oktaaf al eerder leren kennen. Maar het woord heeft nog een andere betekenis. Een oktaaf is ook de afstand van een toets tot de eerstvolgende toets met dezelfde naam.