Soms is de notenbalk net te klein om een noot op te schrijven, bijvoorbeeld bij de centrale C. We gebruiken dan een hulplijntje. Dat is eigenlijk een heel korte uitbreiding van de notenbalk met een 6e lijntje of zelfs 7e lijntje.
Hier zie je een overzicht van alle witte toetsen in de vioolsleutel. Het zijn er heel wat!
Soms heb je zwarte toetsen nodig in een melodie. Zwarte toetsen kun je herkenen aan een speciaal tekentje voor de noot. Je ziet dan een ♯ of een ♭ voor de noot staan.
In muziektaal heet dit teken ♯ een kruis. Het lijkt op een hashtag, maar ziet er toch net iets anders uit.
Hieronder staan alle zwarte toetsen uit het 1-gestreept oktaaf (het lage oktaaf). Je ziet dat er steeds een kruis voor elk noot staat en dat er ‘is’ achter de naam van de witte toets komt, net als bij de F.
Je hebt het woord oktaaf al eerder leren kennen. Maar het woord heeft nog een andere betekenis. Een oktaaf is ook de afstand van een toets tot de eerstvolgende toets met dezelfde naam.
Je hoeft lang niet altijd de naam van een noot te weten. Vaak is het veel makkelijker om te kijken of noten naast elkaar zitten, of dat er een plaats op de notenbalk is overgeslagen.
Als er geen boogjes staan in een liedjes, kun je ze er natuurlijk zelf erbij tekenen.
Binnen een groepje van 5 toetsen naast elkaar kun je je vingers al op een heleboel verschillende manieren trainen. Hier zie je een paar voorbeelden.